quod licet Jovi, non licet bovi 1.0
(taal en taalkunde)
Algemene voorbeelden
Quod licet Iovi non licet bovi: Wat Jupiter mag, mag het vee nog niet. Het Latijnse spreekwoord zegt in feite dat wat een als belangrijk aangemerkt persoon mag niet zomaar aan iedereen toegestaan is. Als bijvoorbeeld leden van het koninklijk huis zonder enig gevolg een verkeersregel overtreden dan kun je spreken van Quod licet Iovi, non licet bovi. De uitdrukking stamt waarschijnlijk van Terentius: Aliis si licet, tibi non licet. Omdat (letterlijk als) anderen iets mogen, mag jij het nog niet.
'Quod licet Iovi non licet bovi': Wat Jupiter is toegestaan is niet aan elke stier toegestaan. Het Latijnse spreekwoord verwijst naar de ontvoering van Europa door Zeus (die door de Romeinen Jupiter werd genoemd). Door zich als stier voor haar te vertonen lukte het haar te benaderen, te ontvoeren en te verleiden. Iets dat hem in zijn eigen gedaante niet was gelukt. In het Nederlands luidt het spreekwoord: Wat God is toegestaan, is de stieren niet toegestaan. Oftewel: Houd rekening met je rang of stand.
Dan werp ik een blik op mijn boekenkast en zie mijn rij geleerde werken staan. Quod licet Jovi non licet bovi, gaat er dan door me heen. Mijn vrouw leeft voor de ander en voor mij, terwijl ik eigenlijk alleen aan mezelf denk, ik denk alleen aan mijn eigen pleziertjes.
Uw wettelijke plicht op grond van de WOB staat buiten kijf. Toch leeft u dat voorschrift niet na. Zodra iemand zich echter niet aan de wettelijke maximumsnelheid houdt, legt u wel een boete op. Dat strookt niet. Zijn sommige wetten meer bindend dan andere? Of geldt de wet niet voor iedereen in gelijke mate? Quod licet Iovi, non licet bovi, zoiets?
Op een dag werd hij ouder dan zijn vader ooit geworden was, en dat gaf hem een gevoel van overtreding, die hem op een uitbrander kon komen te staan: - quod licet Iovi, non licet bovi! Terwijl hij vroeger nooit een spreekwoord zou hebben gebruikt, - zoals "gedane zaken nemen geen keer", of "het betere is de vijand van het goede", of "het bezit van de zaak is het eind van het vermaak", - bereikte hij nu de leeftijd waarop zulke gezegdes voor hem vaak precies uitdrukten, hoe het was.
In een samenleving waarin sterke ongelijkheid heerst, zouden bijvoorbeeld regels kunnen gelden zoals het oude Romeinse: quod licet Iovi, non licet bovi: "wat Jupiter mag, mag de os nog niet". Deze regel staat lijnrecht tegenover de categorische imperatief, die echter tegelijk impliceert dat je - zoals Socrates al stelde - de geldende wetten niet mag negeren.
'Quod licet Iovi, non licet bovi.' Blijkbaar is het aan de gemeente wel toegestaan tegen de regels te handelen.
De opstand van de ossen Quod licet Jovi, non licet bovi. Wat Jupiter mag, is daarom de os nog niet geoorloofd. En ik gun mezelf een rare kronkel: Jupiter is de professionele schrijver; de os is de gewone taalgebruiker. Jupiter meent zich taalfouten te kunnen permitteren en de ossen pikken dat niet meer. Hebben ze gelijk?